Hartstichting.nl wordt geladen

Zo werkt het hart

Het hart is een pomp die 4 tot 5 liter bloed per minuut rondpompt. Zo krijgen al je spieren en organen voldoende zuurstof en voedingstoffen. Het pompen van het hart is mogelijk door elektrische prikkels. Dit wordt ook wel het elektrisch geleidingssysteem genoemd. 

Werking hart bij normaal hartritme

Bij een normaal hartritme ontstaat een elektrische prikkel in de sinusknoop in de rechterboezem. De prikkel verspreidt zich over de boezems. Daarna komt de prikkel bij de AV-knoop. Deze ligt op de overgang tussen boezem en kamer. De AV-knoop houdt de elektrische prikkel even vast tussen de boezems en de kamers. Dan wordt de prikkel over de kamers verspreid. Deze ingebouwde vertraging werkt als een soort veiligheidsmechanisme.

Wat is het WPW-syndroom?

Bij het syndroom van Wolff-Parkinson-White bestaat er een extra elektrische verbinding tussen de boezems en de kamers: de bundel van Kent. Via deze bundel kunnen de elektrische prikkels een omweg nemen. Ze gaan dan niet allemaal door de AV-knoop.

Boezemfibrilleren

Normaal vertraagt de AV-knoop de prikkel. Maar de bundel van Kent laat hem op volle snelheid door.
Dit kan ernstige hartritmestoornissen veroorzaken. Vooral als het samen voorkomt met een andere ritmestoornis: boezemfibrilleren.

Kamerfibrilleren

Als de bundel van Kent het snelle ritme in de boezems doorgeeft aan de kamers kan ventrikelfibrilleren ontstaan. Dat is een levensgevaarlijke ritmestoornis waarbij het hart geen bloed meer rondpompt. Dit komt maar zelden voor.

AVRT

Soms springt de prikkel via de bundel van Kent weer terug naar de boezems. De prikkels gaan dan rond in een cirkel. Dit heet ook wel re-entry. De medische naam hiervoor is AVRT (atrioventriculaire re-entry tachycardie).

  • Wat is AVRT?

    Bij AVRT is er een extra bundel buiten de AV-knoop die de elektrische prikkels doorlaat. Bij WPW  is dat de Bundel van Kent. AVRT kan echter ook veroorzaakt worden door andere bundels. De bundels kunnen op verschillende plaatsen liggen en soms is er zelfs sprake van meerdere extra bundels.

    AVRT is anders dan AVNRT (AV-nodale re-entry tachycardie). Bij AVNRT is er ook een extra bundel, maar die ligt binnen de AV-knoop. Bij AVRT ligt de extra bundel buiten de AV-knoop.

Wat gebeurt er tijdens een aanval?

Het hart klopt tijdens een aanval erg snel, vaak meer dan 200 slagen per minuut. De pols is zwak. Een aanval duurt een paar minuten tot een aantal uren. Meestal gaat een aanval vanzelf over.

Een vrouw heeft het WPW-syndroom en ervaart klachten

Symptomen

Klachten die optreden tijdens een aanval zijn:

  • snelle hartslag
  • hartkloppingen, hartbonzen
  • duizeligheid
  • (neiging tot) flauwvallen
  • kortademigheid en pijn op de borst

Zweten, niet lekker voelen en misselijkheid kunnen bijkomende klachten zijn tijdens een aanval.

Een vrouw heeft het WPW-syndroom en ervaart klachten

Klachten worden niet altijd ervaren

Niet iedereen met het syndroom van Wolff-Parkinson-White heeft klachten. Veel mensen weten niet eens dat ze de aandoening hebben. Dit komt omdat het WPW-syndroom niet altijd ritmestoornissen veroorzaakt. Die ontstaan vaak pas op latere leeftijd.

Klachten kunnen verdwijnen

Het komt ook voor dat op hoge leeftijd de klachten van het WPW-syndroom zomaar verdwijnen. Dit komt dan doordat de bundel van Kent het vermogen verliest om de prikkel te geleiden.

Meer weten over hartritmestoornissen?

Vraag onze gratis folder over ritmestoornissen aan. Hierin vind je alle belangrijke informatie over hartritmestoornissen.
Een tablet met daarop een folder over hartritmestoornissen

Diagnose en onderzoek

Een WPW-patroon is te zien op een hartfilmpje (ECG). Als je hierbij klachten hebt, dan is er sprake van het WPW-syndroom. Meestal onderzoekt de arts het risico op (ernstige) ritmestoornissen met elektrofysiologisch onderzoek (EFO).

Maar zo'n patroon kan ook te zien zijn op een hartfilmpje terwijl je geen klachten hebt. Dan beoordeelt de arts wat het risico is op ritmestoornissen in de toekomst.

Behandeling WPW

Het komt voor dat een ECG wijst op een WPW-syndroom, maar dat de patiënt nooit last heeft van ritmestoornissen. Dan is onderzoek en behandeling niet altijd nodig. Zijn er aanwijzingen voor ritmestoornissen? Dan beoordeelt de arts met een elektrofysiologisch onderzoek (EFO) of behandeling nodig is. Behandeling kan nodig zijn bij een acute aanval of om ritmestoornissen in de toekomst te voorkomen.

  • Handelingen om een aanval te stoppen

    Soms kunnen jij of je arts een aanval stoppen door bepaalde handelingen te doen die de nervus vagus activeren (‘vagale manoeuvres’). Dat is de zenuw die zorgt voor een vertraging van de hartslag. Je arts kan je hierover advies geven.

    Een voorbeeld is de ‘Valsalva manoeuvre’. Hierbij houd je de neus dicht en plaats je de mond op de rug van je hand. Als je dan hard op je hand blaast zorgt dat voor druk in je borstkas. Hierdoor kan de hartslag vertragen. Andere voorbeelden zijn:

    • adem inhouden
    • hoesten
  • Behandeling bij een acute aanval

    Soms zijn er medicijnen of een schok nodig om een aanval te stoppen. Deze behandeling heet cardioversie.

    In zeldzame gevallen kan een ernstige situatie ontstaan als de ritmestoornis overgaat in ventrikelfibrilleren. Dan pompt het hart geen bloed meer rond en raakt de patiënt binnen enkele seconden buiten bewustzijn. Er is een elektrische schok met een defibrillator of AED nodig om het hart weer in het normale ritme te krijgen.

  • Behandeling om ritmestoornissen te voorkomen

    De behandeling van het WPW-syndroom hangt sterk af van het resultaat van het elektrofysiologisch onderzoek. De mogelijkheden zijn:

    • medicijnen om ritmestoornissen te voorkomen
    • het wegbranden van de bundel van Kent via een ablatie. Dit is de voorkeursbehandeling bij regelmatig terugkerende klachten.

    Als de bundel van Kent met succes uitgeschakeld is, is de ritmestoornis meestal voor altijd verdwenen. Controle is dan niet meer nodig.

Stel je vraag aan onze voorlichters

  • Chat via de chatknop onder in beeld (10.00 tot 16.30 uur)
  • Bel met een voorlichter: 0900 3000 300 (9.00 - 13.00 uur)

We zijn bereikbaar van maandag t/m donderdag