Ontwikkelingen in hartstilstand: meer aandacht, techniek en hoop
Kreeg je in de jaren 60 een hartstilstand, dan moest je op tijd in het ziekenhuis zijn. Alleen dan kon er misschien iets voor je worden gedaan. Nu worden er dagelijks, en vooral overal, levens gered van mensen met een hartstilstand. Maar dat is dus niet altijd zo geweest...
Hartpatiënt Ineke vertelt: “Mijn vader kreeg begin jaren 70 een hartinfarct. Hij werd naar huis gestuurd met het bericht dat er niets aan gedaan kon worden. Gelukkig heeft hij nog een aantal jaren geleefd. Maar uiteindelijk is hij aan een hartstilstand overleden.”
Toen bleek dat ook Ineke problemen met haar hart had, was de techniek gelukkig al een stuk verder. Dit kwam onder andere door veel wetenschappelijk onderzoek. “Na mijn hartkatheterisatie bleek dat ik met mijn vaten wel 100 jaar kan worden. Dat was heel fijn om te horen", zegt Ineke lachend.
Binnen én buiten het ziekenhuis
In de jaren 60 maakten een aantal cardiologen zich ernstig zorgen. Zij zagen een enorme toename van het aantal hartinfarcten. Daarom besloten zij in 1964, nu precies 60 jaar geleden, de Hartstichting op te richten. Met als doel: de groei van hart- en vaatziekten aanpakken.
Er werden grote stappen gezet in de zorg voor hartpatiënten. In de jaren 60 werden de eerste hartbewakingsafdelingen opgericht. Hier konden artsen het hartritme van patiënten volgen. Het was een tijd van medische groei. Hierbij ging het vooral om verbeteringen binnen de ziekenhuizen.
Hartmonitoren en defibrillatoren in ambulances
In de jaren 70 verschoof de aandacht ook naar buiten de ziekenhuizen. Zo kwamen de hartmonitoren en defibrillatoren ook in de ambulances terecht. Nu kon spoedeisende hulp worden geboden op locatie. Dat vergrootte de kans dat mensen hun hartstilstand overleefden.
Hartstichting wil reanimatiecursus voor iedereen
De eerste medisch directeur van de Hartstichting was Dr. E. Dekker. Hij zag dat reanimeren ervoor zorgde dat meer mensen een hartstilstand overleefden. Daarom wilde hij dat iedereen leerde reanimeren. Een idee dat in de jaren daarna steeds belangrijker werd.
Levensreddende apparaten
In de jaren daarna groeiden de technische mogelijkheden nog meer. Zo werd in de jaren 80 de eerste ICD gebruikt. Deze Implanteerbare Cardioverter Defibrillator zit onder de huid. Hij grijpt in bij een gevaarlijke hartritmestoornis. Met een schok herstelt hij het hartritme weer. Dit kan een hartstilstand voorkomen.
8 keer gered dankzij een ICD
Jasper weet daar alles van. Omdat hij een erfelijke hartritmestoornis heeft, werd bij hem uit voorzorg zo’n ICD geplaatst. “Tweeënhalf jaar na de plaatsing ging hij voor het eerst af. Ik was toen 39, net zo oud als toen mijn oom overleed aan dezelfde aandoening. De ICD heeft mij al 8 keer gered van een hartstilstand”, vertelt Jasper.
Sinds de eerste ICD in 1982 hebben ongeveer 30.000 mensen in Nederland zo'n implanteerbare defibrillator.
De eerste AED's
In de jaren 80 kwamen ook de eerste AED's, Automatische Externe Defibrillators, op de markt. Er waren nu niet meer alleen defibrillatoren in de ziekenhuizen en ambulances. Ook op straat, op het voetbalveld en thuis konden levens worden gered met een schok van dit apparaat.
Dat is van levensbelang. Want per jaar krijgen 17.000 mensen een hartstilstand buiten het ziekenhuis. Dat zijn ongeveer 300 mensen per week.
Erfelijke hartaandoening opsporen
In de jaren 90 werden genetische oorzaken van erfelijke hartziekten ontdekt. Dit was een belangrijke stap in het begrijpen en behandelen ervan. Daarna werd onderzoek gedaan naar erfelijke ziekten die voor gevaarlijke hartritmestoornissen kunnen zorgen. De Hartstichting steunde dit onderzoek.
Er werden honderden families gevonden waarin een erfelijke aanleg voor deze stoornissen voorkomt. Alleen al het AMC zag 10.000 mensen uit die families. Ongeveer de helft daarvan bleek het gen te hebben. Deze mensen werden op tijd geholpen, bijvoorbeeld met een ICD.
Meeste mensen niet op de hoogte van erfelijkheid
Onderzoeker Arthur Wilde was hierbij betrokken. Hij vertelt: “Met ons onderzoek sporen we families waarin erfelijke hartziekten voorkomen eerder op. Zo kunnen we ze eerder behandelen. Dit past helemaal bij de Hartstichting, want zij hebben hetzelfde doel. De meeste mensen met een erfelijke hart- of vaatziekte weten niet dat zij deze aanleg hebben.”
Grote mijlpaal in 2002
De Hartstichting speelde een actieve rol in het beter bereikbaar maken van levensreddende techniek. Ook niet-medisch geschoolde personen moesten AED's kunnen gebruiken. Om zo de overlevingskans na een hartstilstand te vergroten. Zo kon een AED ook worden gebruikt als de ambulance vertraging opliep. Vanaf 2002 mogen niet-medisch geschoolden volgens de wet een AED gebruiken.
De Hartstichting wil dat zoveel mogelijk mensen kunnen reanimeren en met een AED kunnen omgaan. Daarom geven we reanimatieles op scholen. En we zorgen voor meer bekendheid over reanimatiecursussen. We willen dat iedereen weet hoe belangrijk zo'n cursus voor alle Nederlanders is.
'6-minutenzone'
De jaren '00 en '10 waren bijzonder dankzij de '6-minutenzone'. Een idee met als doel: in heel Nederland genoeg burgerhulpverleners en AED’s. Zo kan iedereen in Nederland binnen 6 minuten na een hartstilstand de juiste zorg krijgen.
Samen maakten we levensreddende techniek en kennis bereikbaar voor iedereen. Zodat we voor een gezonde samenleving kunnen zorgen. De zorg voor het hart is niet langer alleen de verantwoordelijkheid van ziekenhuizen. We zijn als Nederlandse bevolking met z'n allen verantwoordelijk.
Kees krijgt op zijn 10de een hartstilstand
De ouders van de 11-jarige Kees merkten nooit iets aan hem, hij was een gezonde jongen. Zijn moeder Annemarie vertelt: “Begin 2023 zakte Kees tijdens een voetbaltraining opeens in elkaar. Ik riep naar de trainer dat hij niet meer ademde.
De trainer van Kees kon reanimeren en twijfelde geen moment. Omstanders belden 112 en haalden de dichtstbijzijnde AED. Binnen 5 minuten kreeg Kees de eerste schok. Na de tweede schok van de AED klopte zijn hart weer.”
Steeds meer mensen volgen een reanimatiecursus via onze partners en worden burgerhulpverlener. Tel daarbij de vele AED’s op die beschikbaar zijn. Hierdoor hebben veel meer mensen de kans een hartstilstand buiten het ziekenhuis te overleven.
In 2023 ontving de Hartstichting een Europese Gouden Effie Award voor de '6-minutenzone'-campagne. De Gouden Effie is een belangrijke prijs in de categorie 'belangrijke maatschappelijke verandering'.
In het verschiet…
In de 60 jaar dat de Hartstichting bestaat, is er veel bereikt op het gebied van hart- en vaatziekten. De kans op overleven bij een hartstilstand is al veel groter. Maar we zijn er nog niet. We werken hard aan vernieuwingen, onderzoeken en campagnes. Hiermee willen we het besef én de overlevingskans van Nederlanders vergroten.
De Hartstichting investeert nu bijvoorbeeld in onderzoek naar smartwatches. Die kunnen een hartstilstand signaleren en de meldkamer alarmeren. Zo kan er misschien tijd worden bespaard bij hartstilstanden waar niemand bij is. Vaak komen hartstilstanden namelijk thuis voor, en dan is er niet altijd iemand bij.
Bedankt!
Dank aan alle donateurs en vrijwilligers, en de partners en bedrijven waar we mee samenwerken. Al het onderzoek dat de Hartstichting steunt en de projecten die wij uitvoeren, maken jullie mogelijk. Al 60 jaar lang kunnen wij daarop rekenen. Wij zijn enorm dankbaar dat we met die steun zo ver zijn gekomen. En we kunnen niet wachten hier een vervolg aan te geven.
Interessant voor jou
Vier onze verjaardag met een muzikaal cadeautje
Wie jarig is, trakteert! Daarom hebben we 3 Spotify-playlists voor jou en kun je een Rolfstone Koptelefoon winnen.60 jaar Hartstichting
De afgelopen 60 jaar hebben we veel bereikt. Ontdek hier alle hoogtepunten uit de geschiedenis van de Hartstichting.Sergio Vyent slaat eerste jubileummunt
Sergio Vyent heeft vanochtend de allereerste jubileummunt ter ere van het 60-jarig bestaan van de Hartstichting geslagen.