Hartstichting.nl wordt geladen

Alleen thuis

Joost: “Ik was alleen thuis. Ingrid, mijn vrouw, was aan het werk. Ik deed wat klussen op de boerderij en dronk koffie bij de buurman. Daarna ging ik lunchen. Ineens viel mijn vork uit m’n hand, dat vond ik raar. Ik voelde me moe en wilde gaan liggen, maar moest eerst de pomp nog uitzetten. Strompelend liep ik erheen. Eenmaal op de bank in de woonkamer, wilde ik 112 bellen. Maar het lukte me niet de toetsen in te drukken.”

"Het lijkt wel een beroerte"

Pip: “Op dat moment belde ik bij toeval pa. Hij kon wel op het ene knopje drukken om op te nemen. Er heeft hooguit een paar minuten tussen gezeten. Gelijk zei hij dat er iets geks met hem was, dat hij uitval had. Ik zei: ‘Pap, wat bedoel je?’ En hij antwoordde: ‘Het lijkt wel een beroerte’. Eigenlijk hoorde ik aan zijn stem dat zijn mond scheef hing. Hij was verstaanbaar, maar sprak langzamer dan normaal en hij sliste. Ik twijfelde geen moment. ‘Ik hang op en ga nu 112 bellen’, zei ik. ‘Als ik je zo weer bel, moet je gelijk opnemen.’”

Heb je even? Leer een leven redden!

Ontdek binnen 5 minuten wat je moet doen bij een hartinfarct, hartstilstand en beroerte.
hartstichting-spoedcursus-afbeelding

Paniek

Pip: “Ik belde 112 en probeerde daarna mijn moeder en zus te bellen. Zij namen niet op. Arjan, mijn partner, wel. Ik was in paniek en heb nog nooit zo snel die lange, smalle slingerweg naar de boerderij gereden. Rijdend in de auto belde ik pa weer. Gelukkig nam hij op.  Ondertussen zei ik met een zo kalm mogelijke stem: ‘Ik kom eraan, ik ben er bijna.’ En ik hield hem op de hoogte van waar ik reed. Ineens zei pap: ‘Ik hoor de ambulance’. En even later: ‘Ze zijn er, ik hoor de deur’. Hij was al die tijd dus wel bij kennis.”

Aankomst op het erf

Pip: “Ik reed het erf op. Toen ik de auto uitsprong en naar de deur sprintte, kwamen de ambulanceverpleegkundigen net met hem naar buiten. Pa strompelend tussen 2 ambulancebroeders in. Hij kreeg een onderzoekje in de ambulance. Ik moest buiten wachten, het was in coronatijd. Daarna namen ze hem mee naar het ziekenhuis in Almelo.” 

In het ziekenhuis

Joost: “Door de snelle actie van Pip, was ik snel in het ziekenhuis. Daar kreeg ik de zorg die ik nodig had. Ik besefte me goed dat mijn wereld was ingestort. ‘Hoe moet het nu verder?’, dacht ik.”

Werken aan herstel

Joost: “Mijn linkerkant is verlamd. Terwijl ik linkshandig ben. In het ziekenhuis kreeg ik al snel fysiotherapie. En in totaal heb ik 7 weken in het revalidatiecentrum gezeten. Hier heb ik gewerkt aan mijn herstel. Er volgde een intensieve behandeling op allerlei verschillende gebieden.

hartstichting-persoonlijk-verhaal-pip-en-joost-op-trekker

Vanaf het begin had ik de wilskracht om er zo goed mogelijk uit te komen. Daar heb ik voor gevochten. Ik wilde weer zelf trekker kunnen rijden. En, voor mij heel belangrijk, weer kunnen koken. Na een tijdje mocht ik in de weekenden naar huis. Maar mijn doel was om weer helemaal zelfstandig en zelfredzaam thuis te kunnen wonen.” 

Hoe nu verder?

Pip: “In de tijd dat papa in het revalidatiecentrum zat, bespraken wij als gezin hoe het verder moest. Toen hij het eerste weekend naar huis mocht, regelde mama beugels voor in de wc. En Arjan zorgde ervoor dat alle drempels in de boerderij begaanbaar werden voor de rolstoel. Pa en ma hebben nu een aangepaste woning. Arjan runt de boerderij. 

hartstichting-persoonlijk-verhaal-pip-afbeelding

Grote verandering

Pip: “Natuurlijk is het voor iedereen in het gezin een grote verandering. Pa was altijd een hardwerkende en energieke man. Hij is nog steeds heel fanatiek, creatief en gedreven, maar dan op een andere manier. We zijn blij dat hij zo ver is gekomen met zijn zelfstandigheid en zelfredzaamheid. Hij vindt voor veel dingen een oplossing om het zelf te doen, ook al is het niet altijd even makkelijk en kost het meer moeite, tijd en energie."

Zoveel mogelijk in beweging

Pip: "Pap is snel vermoeid en heeft daardoor bijvoorbeeld dagelijks vaste slaapmomenten. Lopen is moeilijk, maar hij blijft zoveel mogelijk bewegen. Zwemmen en sinds kort ook weer fietsen (dit leek in het revalidatiecentrum destijds onmogelijk). Daarnaast maakt hij gebruik van zijn scootmobiel en heeft hij zijn vrijheid terug door het opnieuw behalen van zijn autorijbewijs.”

Een positieve toekomst

Joost: “Ja, het is wennen, ik moet nu veel uit handen geven. Toch kan ik veel dingen zelf. Vanuit het revalidatiecentrum zijn ze zelfs komen kijken hoe ik dingen doe in en om de boerderij. Ik kijk vooral naar wat nog wel kan en niet naar wat niet meer kan. Ondanks alles heeft het ook goeds gebracht. Ik zie de kinderen en kleinkinderen vaak op het erf, daar geniet ik van. De toekomst? Die zie ik positief. Ik geef het leven een dikke 8.”