Hartstichting.nl wordt geladen

Stappen selectieprocedure

Hieronder staan de stappen uit de selectie- en evaluatieprocedure voor onderzoekers die in aanmerking willen komen voor subsidie.

  • 1. Experts: beoordelen inhoud

    Experts uit binnen- en buitenland beoordelen de onderzoeksvoorstellen op alle aspecten. Met name de relevantie van het onderzoek voor het bestrijden van hart- en vaatziekten is heel belangrijk.​

  • 2. Selectiecommissie: beoordelen kwaliteit onderzoek én onderzoeker

    De selectiecommissie bestaat uit vooraanstaande buitenlandse wetenschappers bij de grote Hartstichtingssubsidies. Bij de Dekkerbeurzen zijn dit Nederlandse wetenschappers.

    Onderzoekers die de beste beoordeling krijgen voor hun aanvraag, geven een presentatie aan de selectiecommissie. De selectiecommissie kijkt zowel naar de kwaliteit van het onderzoek als naar die van de onderzoeker.

  • 3. CMK: beoordelen maatschappelijke kwaliteit

    De Commissie Maatschappelijke Kwaliteit (CMK) beoordeelt de maatschappelijke impact van het onderzoek. De CMK bestaat uit leden die belang hebben bij de uitkomst van het onderzoek, zoals patiënten en zorgverleners. De CMK beoordeelt of er al tijdens het onderzoek rekening wordt gehouden met toepassing van de resultaten. 

Evaluatie

Tijdens de uitvoer van het onderzoek houden we de planning en begroting in de gaten. Na afloop evalueren we met de wetenschappers of het doel gehaald is en kijken we naar:

  • kwaliteit van de onderzoeksresultaten
  • proces en uitvoering
  • budget 

De impact van het onderzoek is pas op langere termijn vast te stellen. De Hartstichting evalueert daarom ook periodiek of de uitkomsten van onderzoek zijn verwerkt in de richtlijnen die artsen gebruiken om patiënten te behandelen.

Wettelijke vereisten voor onderzoek

Voor onderzoek met proefpersonen of -dieren gelden wettelijke vereisten. Voordat deze onderzoeken starten, is goedkeuring nodig van speciale toetsingscommissies:

  • Proefpersonen: Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek (CCMO) of de Medisch Ethische Toetsingscommissie (METC)
  • Proefdieren: Dierexperimentencommissie (DEC)
  • Onderzoek met proefpersonen

    Een onafhankelijke commissie van deskundigen beoordeelt onderzoek met proefpersonen dat onder de Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen (WMO) valt. Zonder een positief oordeel van deze commissie mag het onderzoek niet starten.

    Er zijn 2 soorten toetsingscommissies:

    • Centrale Commissie Mens gebonden Onderzoek (CCMO)
    • Erkende Medisch Ethische Toetsingscommissie (METC’s)

    De wet bepaalt of onderzoek door de CCMO of door een erkende METC moet worden beoordeeld.Nederland telt 24 erkende METC’s die voorstellen voor medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen beoordelen. De meeste zijn verbonden aan een instelling, zoals een academisch medisch centrum of een ziekenhuis.

  • Onderzoek met proefdieren

    Onderzoeksvoorstellen met dierexperimenten worden uiterst kritisch beoordeeld. De Hartstichting vraagt de experts om goed te kijken óf er geen alternatieven zijn voor de dierproeven en of het gekozen proefdier daadwerkelijk aansluit bij de patiënten waarvoor het onderzoek is bedoeld. 

    Vóórdat dierproeven mogen worden uitgevoerd, moeten deze getoetst worden door de Centrale commissie Dierproeven (CCD) (onderdeel van de Instantie voor Dierenwelzijn). Naast het projectvoorstel moet de onderzoeker ook een niet-technische samenvatting aanleveren. De CCD krijgt advies van een van de Dierexperimentcommissies (DEC).

    De DEC toetst het onderzoeksplan op ten minste 15 punten. In Nederland zijn er 20 DEC's. De leden van de DEC hebben elk een eigen expertise.
    Een DEC beoordeelt onder meer:

    • deskundigheid van de onderzoekers
    • of er alternatieven zijn voor het onderzoek met proefdieren
    • welzijn (huisvestiging en verzorging) van de proefdieren

    Ook maken DEC's een ethische afweging, namelijk of het belang van de proef opweegt tegen het leed van de proefdieren. Na deze toetsing brengt de DEC advies uit aan de CCD. De CCD besluit vervolgens wel of geen vergunning voor de uitvoering van het onderzoek te geven. Na afgeven van de vergunning publiceert de CCD de niet-technische samenvatting.

Minder dierproeven

Het aantal dierproeven voor wetenschappelijk onderzoek is in de afgelopen decennia sterk gedaald. Dat komt door verschillende ontwikkelingen. Dirk-Jan Duncker is hoogleraar experimentele cardiologie van het Erasmus MC. We vroegen hem naar zijn ervaring.