Hartritmestoornis

Hartritmestoornissen komen vaker voor op oudere leeftijd. Als je ouder wordt, gaat het systeem dat de prikkels goed doorgeeft van de boezems naar de kamers langzaam achteruit. Ook de sinusknoop waar de prikkel ontstaat, werkt soms minder goed. Hij geeft minder prikkels af en dan heb je een langzame hartslag.

Er zijn hartritmestoornissen die erfelijk zijn. Die krijg je dus van je vader of je moeder mee in je genen.

Er zijn diverse hartziekten die een ritmestoornis kunnen veroorzaken, zoals:

• hartfalen;
• een aangeboren hartaandoening;
• hartklepafwijkingen;
• een hartspierziekte;
• vernauwde kransslagaders.

In de eerste uren na  een hartinfarct kunnen tijdelijk hartritmestoornissen ontstaan. Soms raakt de hartspier blijvend beschadigd, bijvoorbeeld door een hartinfarct of operatie. De littekens die achterblijven kunnen de prikkelgeleiding over het hart verstoren.

Er zijn andere oorzaken die kunnen meehelpen bij het ontstaan van hartritmestoornissen, bijvoorbeeld:

• hoge bloeddruk;
• een te snel of te langzaam werkende schildklier;
• te weinig zuurstof in je bloed door een longziekte;
• ontstekingen;
• slaapapneu.

​Bepaalde medicijnen kunnen ritmestoornissen veroorzaken. Dit staat dan in de bijsluiter vermeld. Stoffen zoals cafeïne (koffie, cola), alcohol en drugs zijn soms ook de oorzaak van een afwijkend hartritme.

Als het hart heel snel klopt, stroomt er soms te weinig bloed rond. Dit lijkt tegenstrijdig. Maar dit komt doordat er te weinig tijd tussen de hartslagen in zit. Hierdoor heeft het hart onvoldoende tijd om zich weer met bloed te vullen. Het hart pompt minder bloed weg en je organen krijgen dan te weinig zuurstof.

Klachten die je kunt krijgen door een tekort aan zuurstof zijn: 

• in de hersenen: duizeligheid.
• in de longen: kortademigheid.
• in het hart: pijn op de borst.

Hartoverslagen komen vaak voor. Als je hart een enkele keer bij een heftige emotie een slag overslaat, heb je meestal geen ritmestoornis. Dat maakt iedereen wel eens mee. Als je dit regelmatig merkt of je zorgen maakt, bespreek het dan met je huisarts.

Iedereen merkt weleens dat zijn of haar hart sneller klopt dan normaal. Bijvoorbeeld bij spanning. Meestal zijn dit soort hartkloppingen onschuldig. Als je er regelmatig last van hebt of je zorgen maakt, bespreek het dan met de huisarts.

Wat je moet doen, hangt af van de ritmestoornis en jouw situatie:

• Heeft de arts gezegd dat je een hartritmestoornis hebt? Volg dan de adviezen van de arts. Als je dit niet precies meer weet, kun je dit navragen.
• Heb je klachten en denk je dat je misschien een hartritmestoornis hebt? Bespreek dit dan met je huisarts. Je kunt de klachten bijhouden in een klachtendagboek.
• Heb je naast hartkloppingen ook andere klachten, zoals pijn op de borst? Bel dan de huisarts.
• Heb je ernstige klachten van pijn op de borst? Bel dan 112.

Je kunt de volgende klachten hebben bij een hartritmestoornis:

• hartkloppingen, hartbonzen of hartoverslagen;
• snelle of juist langzame hartslag;
• een licht gevoel in het hoofd, duizeligheid, (bijna) flauwvallen;
• kortademigheid;
• een pijnlijk of drukkend gevoel op de borst;
• zweten;
• misselijkheid;
• een onaangenaam of angstig gevoel.

Wat je voelt hangt af van welke hartritmestoornis je hebt. Sommige mensen hebben veel klachten. Andere mensen hebben (bijna) geen klachten.

Je kunt last hebben van vermoeidheid door een hartritmestoornis. Maar vermoeidheid kan ook verschillende andere oorzaken hebben. Merk je al een tijdje dat je sneller moe bent, zonder een duidelijke reden? Bespreek dit dan met je huisarts.