Sporten blijkt toch goed mogelijk voor grote groep hartpatiënten

Wetenschappers van het Radboudumc vroegen meer dan 400 mensen met een bicuspide aortaklep naar hun sport- en beweeggedrag gedurende hun leven. De wetenschappers vonden geen nadelig verband tussen sporten en problemen aan de aortaklep, zoals een vernauwde of lekkende klep, of een verwijding van de aorta.

Het maakte niet uit wat voor soort sport de mensen deden en ook de hoeveelheid en de intensiteit van inspanning had geen negatieve effecten. De wetenschappers zagen zelfs dat mensen die met name sportten op hoge intensiteit of die aan sporten zoals voetbal, hockey en tennis deden, mogelijk minder vaak een vernauwde aortaklep hadden. 

Eén tot twee op de honderd mensen wordt geboren met een bicuspide aortaklep. Hun aortaklep heeft niet drie, maar twee klepbladen. Het is daarmee verreweg de meest voorkomende aangeboren hartafwijking. Een aortaklep met slechts twee klepbaden werkt meestal goed, daarom wordt de aandoening vaak per toeval ontdekt tijdens het maken van een echo van het hart.

Na het krijgen van de diagnose moeten mensen met deze aandoening regelmatig op controle komen. Dat komt omdat zij een groter risico hebben op hartproblemen, zoals een vernauwde of lekkende aortaklep of een verwijding van de aorta. 

Tot nu toe kregen veel mensen met deze aangeboren hartafwijking het advies om voorzichtig te zijn met sport. Door de hogere bloeddruk en krachtigere bloedstroom tijdens het sporten zouden de hartklep en de aorta mogelijk sneller achteruitgaan. De wetenschappers van het Radboudumc hebben dit onderzocht en vonden geen verband tussen sporten en hartklep- of aortaproblemen.  De onderzoeksresultaten zijn gepubliceerd in the Journal of the American Heart Association.

Deze geruststellende boodschap biedt hoop voor de grote groep Nederlanders die een bicuspide aortaklep hebben. Ook deze mensen kunnen nu in principe met een gerust hart bewegen en sporten om op een zo gezond mogelijke manier ouder worden.  

Dankzij betere zorg en operaties op jonge leeftijd zijn de overlevingskansen van kinderen met een aangeboren hartafwijking sterk verbeterd. Dit brengt nieuwe uitdagingen met zich mee voor de zorg van deze patiënten. Zij hebben namelijk een verhoogd risico op het ontwikkelen van een hart- of vaatziekte later in hun leven, zoals hartfalen of hartritmestoornissen. Omdat de Hartstichting en stichting Hartekind er alles aan willen doen om te zorgen dat ook mensen met een aangeboren hartafwijking gezond oud kunnen worden, hebben deze organisaties samen dit onderzoek financieel mogelijk gemaakt.

Dit onderzoek maakt deel uit van het Outreach-consortium. Dit is een groot landelijk onderzoeksproject naar het eerder herkennen en beter behandelen van de gevolgen van aangeboren hartafwijkingen. Het doel is dat meer mensen met een aangeboren hartafwijking gezond oud worden. Onderzoek naar aangeboren hartafwijkingen is heel complex.

Daarom is het Outreach-consortium een samenwerking tussen alle academische ziekenhuizen die betrokken zijn bij de behandeling van patiënten met een aangeboren hartafwijking in Nederland, evenals diverse onderzoeksinstituten. Dit zijn het Erasmus MC in Rotterdam, Amsterdam UMC, LUMC in Leiden, UMC Groningen, UMC Utrecht, Radboudumc Nijmegen en het Hubrecht instituut in Utrecht. De Hartstichting en Stichting Hartekind investeren samen € 3 miljoen in dit landelijke onderzoeksproject.