Op zoek naar genezing van hartritmestoornissen
Harsha Devalla doet onderzoek naar hartritmestoornissen. Ze laat cellen die de hartslag starten, de zogenoemde pacemakercellen, groeien in een kweekbakje in het laboratorium. Zo wil ze nieuwe behandelingen tegen ritmestoornissen helpen ontwikkelen, en kunstmatige pacemakers overbodig maken.
Onderzoek in stappen
Onderzoeker Harsha Devalla (Amsterdam UMC) kreeg in 2020 een Dekkerbeurs van de Hartstichting. De beurs omvat ruim 265.000 euro, waarmee ze drie jaar onderzoek kan doen.
Hieronder lees je stapsgewijs wat haar project inhoudt:
Elke minuut klopt ons hart wel 60 tot 100 keer. Als je gaat sporten, klopt je hart nog sneller. Iedere hartslag begint bij een groepje speciale hartcellen, die samen de ‘sinusknoop’ vormen. In de sinusknoop begint de elektrische prikkel, die als een serie vallende dominostenen wordt doorgegeven naar de rest van het hart.
Helaas werkt dit systeem niet bij iedereen goed. Er kunnen problemen ontstaan bij het starten of doorgeven van de elektrische prikkel. Bijvoorbeeld door een aangeboren hartafwijking of erfelijke hartziekte. Dan ontstaat een hartritmestoornis: het hart klopt te langzaam, te snel of onregelmatig.
Er zijn veel verschillende soorten ritmestoornissen. Sommige ritmestoornissen zijn onschuldig. Het onderzoek van Devalla richt zich op ernstige ritmestoornissen, die nu vaak worden behandeld met een pacemaker. Een pacemaker is een apparaatje dat artsen onder de huid plaatsen, linksboven het hart. Het apparaatje zorgt voor een gezonde hartslag.
Pacemakers zijn dus heel waardevol, maar ze hebben wel een aantal beperkingen. Je moet bijvoorbeeld elke paar jaar de batterij vervangen. Wetenschappers werken daarom aan nieuwe behandelingen, die pacemakers overbodig moeten maken.
Harsha Devalla werkt in het Amsterdam UMC. Ze doet onderzoek met menselijke stamcellen die met een innovatieve techniek zijn gemaakt uit andere lichaamscellen, zoals huidcellen. Ze maakt hartcellen van deze stamcellen.
Devalla maakt van die cellen kleine stukjes hartweefsel, in een kweekbakje in het laboratorium. Dit weefsel bevat de onderdelen die belangrijk zijn voor het starten en doorgeven van de elektrische prikkel.
Deze stukjes hartweefsel zijn belangrijk, want hiermee kunnen onderzoekers nieuwe behandelingen testen. Wetenschappers onderzoeken bijvoorbeeld hoe ze slecht werkende hartcellen kunnen verbeteren.
Het onderzoek van Devalla legt dus de basis voor de ontwikkeling van nieuwe behandelingen tegen hartritmestoornissen. Het uiteindelijke doel is dat patiënten verder leven zonder ritmestoornis én zonder pacemaker.