Urinetest toont aan of behandeling acuut hartfalen aanslaat
Een simpele test die de hoeveelheid zout in de urine meet, toont aan of de behandeling tegen acuut hartfalen werkt en of patiënten extra plasmedicatie nodig hebben. Zo kunnen artsen de behandeling van ernstig zieke hartpatiënten verbeteren. Dit blijkt uit onderzoek van cardioloog dr. Jozine ter Maaten van het UMC Groningen onder 310 patiënten dat de Hartstichting financieert. Ze presenteerde haar onderzoeksresultaten op maandag 28 augustus op het grootste Cardiologencongres ter wereld, in Amsterdam. De resultaten verschenen ook in het toptijdschrift Nature Medicine.
Bij de helft van de patiënten stemden de onderzoekers de behandeling af op tussentijdse metingen van de hoeveelheid zout in de urine. Als er zich te weinig zout in de urine bevond, kregen de patiënten extra plasmedicatie toegediend. Dit deden de onderzoekers tijdens de eerste 36 uur van de ziekenhuisopname. Dankzij deze werkwijze herstellen patiënten beter en overlijden ze minder vaak tijdens de ziekenhuisopname. De patiënten lijken ook korter in het ziekenhuis te verblijven, maar hiervoor was de onderzoeksgroep nog te klein. De nieuwe werkwijze blijkt ook veilig: de nieren gaan er niet door achteruit.
Ernstig zieke patiënten
Jozine ter Maaten: “Acuut hartfalen is één van de belangrijkste oorzaken van ziekenhuisopnames in Nederland. Veel patiënten komen opnieuw met klachten in het ziekenhuis terecht of overlijden, vooral mensen die te weinig zout uitplassen. Ons onderzoek levert het eerste bewijs dat we deze mensen op maat beter kunnen behandelen.” Mensen met acuut hartfalen houden vocht vast. Dat zit op plekken waar dit niet hoort, zoals in de longen. Daardoor krijgen patiënten het heel benauwd. Mensen met deze klachten zijn ernstig ziek en moeten direct naar het ziekenhuis. Daar krijgen ze een infuus met medicijnen om het vocht af te drijven. Dit lukt echter niet goed bij een groot deel van de patiënten.
Waarom steunt de Hartstichting dit onderzoek?
Een betere behandeling van hartfalen is één van de topprioriteiten van de Hartstichting. Daarom investeert zij in onderzoek hiernaar. Jozine ter Maaten ontving een persoonsgebonden Dekkerbeurs voor dit onderzoek. Dankzij deze beurs kon ze haar opleiding tot cardioloog combineren met wetenschappelijk onderzoek.
Test direct ingevoerd
Het UMC Groningen heeft de nieuwe werkwijze direct ingevoerd bij de behandeling van deze patiënten. Jozine ter Maaten adviseert andere ziekenhuizen dat ook te doen. Vervolgonderzoek van de groep van Jozine ter Maaten en Amerikaanse wetenschappers moet aantonen of patiënten die op deze manier behandeld worden minder vaak opnieuw in het ziekenhuis terechtkomen en later minder vaak overlijden.